Beide vormen van radicalisering zijn een even grote bedreiging voor onze veiligheid en dienen snel aangepakt te worden. In deze podcast geeft Koen Metsu (N-VA) meer uitleg bij de Belgische aanpak van radicalisering. Wat moet er volgens hem veranderen om het probleem echt aan te pakken?
Versplinterd beleid
Er bestaat vandaag al een soort deradicaliseringsbeleid. Er zijn ook maatregelen om radicalisering op te sporen. En toch lijkt er weinig te veranderen op het terrein. ‘Het grote probleem is opnieuw onze staatsstructuur en de splitsing van bevoegdheden tussen het federale niveau en de deelstaten,’ legt Metsu uit.
Het aanpakken van terrorisme is een federale bevoegdheid. Preventie en deradicalisering zijn dan weer een bevoegdheid van de regio’s. Bijkomende complicatie: het gevangeniswezen valt onder de bevoegdheid van de (federale) minister van Justitie. ‘De complexiteit en verdeeldheid van bevoegdheden verhindert een efficiënte aanpak van radicalisering.’
Soorten radicalisering
Het is simplistisch om te zeggen dat moslimextremisme enkel ontstaat door sociaaleconomische achterstelling. ‘Het is beter om verschillende groepen te onderscheiden die allen andere beweegredenen kennen,’ zegt Metsu. Twee groepen radicaliseerden al vóór de aanslagen van 11 september 2001. ‘Deze twee groepen radicaliseren voornamelijk uit humanitaire en religieuze redenen.’
Er moet vooral meer aandacht komen voor jongeren die gemanipuleerd worden en daardoor radicaliseren.
De gevaarlijke groepen vandaag radicaliseerden in het post-9/11-tijdperk. ‘De derde groep zijn terroristen die hier in België al een strafblad hebben. Ze denken dus niets te verliezen hebben en trekken daarom naar het Kalifaat. De vierde groep zijn jongeren die beïnvloed worden door de derde groep. Zij denken spanning en avontuur te vinden in het Midden-Oosten.’ Er moet vooral meer aandacht komen voor jongeren die gemanipuleerd worden en daardoor radicaliseren.
Een groeiend probleem is ook dat radicalisering via verschillende wegen gebeurd. ‘Enerzijds zijn er de erkende moskeeën, waar een zeker toezicht top bestaat. Anderzijds zijn er ook de niet-erkende moskeeën, zogenaamde garagemoskeeën, waar geen enkele vorm van controle op bestaat,’ weet Metsu. Als in zo’n moskeeën dingen worden verkondigd die voor een maatschappelijke tegenstelling zorgen, ontstaat er een probleem.
De problemen in de Belgische gevangenissen
Radicalisering gebeurt niet alleen in (garage)moskeeën of via het internet. Het gebeurt ook in de Belgische gevangenissen. ‘De directeur van de gevangenis in Ittre maakte tijdens een hoorzitting duidelijk dat er nog steeds broeihaarden van extremisme bestaan in onze gevangenissen,’ zegt Metsu.
Veel gevangenissen, zoals die in Marche-en-Famenne, zijn ook niet voorzien op het efficiënt aanpakken van radicalisering. Gevangenissen zijn goed afgeschermd van de buitenwereld, maar intern wordt er vaak een meer open regime gehanteerd. Daardoor hebben gevangenen veel contact met elkaar. ‘Gevangenen hebben allemaal twee zaken met elkaar gemeen. Een strafblad en veel tijd.’ Dat zorgt ervoor dat zwaar geradicaliseerde gevangenen voldoende tijd hebben om zwakkere gevangenen te manipuleren.
De enige optie is afzondering
Er moet dringend een strenger regime komen voor zwaar geradicaliseerde gevangen, vindt Metsu. De enige optie is afzondering: alleen zo kunnen hun radicale ideeën zich niet verder verspreiden. ‘Het probleem is echter dat België slechts 40 plaatsen heeft om deze gevangenen in afzondering te plaatsen,’ klaagt Metsu aan.
Gemiste kansen in deradicaliseringstraject
Maar isolatie alleen is niet voldoende. Ook het werk van de zogenaamde moslimconsulenten moet verder uitgebouwd worden. Dat zijn gespecialiseerde theologen die inpraten op geradicaliseerde personen. Ze bieden hen nieuwe inzichten over de Koran die correcter zijn dan het radicale gedachtengoed. ‘Het probleem is echter dat de regering hier onvoldoende aandacht voor heeft. Er zijn maar twee moslimconsulenten in Vlaanderen,’ zegt Metsu.
Ook de strafuitvoering moet herbekeken worden. ‘Vijf jaar is in België maar twee jaar effectief. Dat is veel te kort om iemand te laten deradicaliseren.’ Ook het afnemen van de Belgische nationaliteit zodat terroristen bestraft worden in het land waar ze naartoe trokken, bijvoorbeeld Irak, zou moeten doorgevoerd worden. ‘Dit voorstel werd echter verworpen in de Kamer,’ aldus Metsu.