“Mensen die de sharia willen invoeren, onze rechtstaat willen omverwerpen en voor IS gaan vechten, die kunnen geen Belg zijn”, zegt Theo Francken toen het nieuws bekend raakte dat Fouad Belkacem de Belgische nationaliteit werd afgenomen. “Ze willen alleen de voordelen van de Belgische nationaliteit maar nooit de plichten.” Het wetsvoorstel waar Theo Francken vervolgens naar verwijst, werd door mezelf, Sarah Smeyers en Sophie De Wit ingediend. Wij willen dat de rechter bij een veroordeling tot terrorisme, altijd, de vervallenverklaring van de Belgische nationaliteit uitspreekt. Dit moet de rechter uiteraard doen met respect voor de mensenrechten en dus niet als de veroordeelde hierdoor apatride wordt. ‘Wat als een persoon dan geen enkele band heeft met die andere nationaliteit?’ Sta me toe me af te vragen waarom die persoon die andere nationaliteit dan überhaupt heeft. Dit is nogmaals een voorbeeld van hoe het hebben van een bepaalde nationaliteit niet naar waarde geschat wordt.
Onderzoekster Louise Reyntjens stelt in een opiniestuk dat niet iedereen vandaag inziet dat het afnemen van iemands identiteit wel een erg verregaande maatregel is. De redenering van het wetsvoorstel is dat iemand die veroordeeld is voor terrorisme de fundamentele waarden van onze democratische samenleving uitspuwt en zelfs actief bestrijdt. Een terroristisch misdrijf is duidelijk gericht tegen een bepaald land, een bepaalde samenleving en de daaraan verbonden normen en waarden. Terrorisme doet afbreuk aan het hart van de identiteit van onze samenleving en vereist verregaande reactie.
Vervolgens haalt mevrouw Reyntjens aan dat het non bis in idem-principe geschonden zou kunnen worden. Ook dit moeten we betwisten, aangezien het intrekken van de nationaliteit volgens onze visie gaat om een deel van de straf, een bijkomende straf in juridisch jargon. Zo is het nu ook al mogelijk om in sommige gevallen de burgerlijke en politieke rechten af te nemen, toch ook verregaande maatregelen. Bovendien wordt een extra procedure, tijd en geld dus, vermeden.
Ik ben het met mevrouw Reyntjens eens als zij stelt dat het belang van nationaliteit verder gaat dan de louter juridische gevolgen. Voor terroristen is de intrekking van de nationaliteit de eerste stap naar een latere uitzetting. Zij die onze normen en waarden verwerpen, horen hier niet thuis. Dat neemt niet weg dat veel mensen veel moeite doen om de Belgische nationaliteit te verkrijgen: inburgeringscursussen, taalcursussen, maatschappelijke integratie… Het is meer dan een reispasje door de EU. Het verkrijgen van de nationaliteit is de kroon op het werk en betekent iets: je wil bij onze samenleving horen en je bent hier welkom.
De Raad van State haalt in zijn advies aan dat het non-discriminatiebeginsel omhelst dat personen in een verschillende situatie verschillend behandeld kunnen worden. Zo bevinden personen met een enkele nationaliteit en personen met meerdere nationaliteit zich in verschillende situaties. Er geldt voor hen dus niet per se dezelfde regeling. Wel stelt de Raad van State dat er mogelijks discriminatie is tussen mensen die veroordeeld zijn voor terrorisme en mensen die veroordeeld worden voor een ander misdrijf. De eerste groep wordt namelijk veel zwaarder gestraft en verliest veel sneller de Belgische nationaliteit. Wij vinden dat je hier niet moet kijken naar de zwaarte van de straf, maar naar de aard van het misdrijf. De drijfveren voor het plegen van terrorismemisdrijven verantwoorden waarom de nationaliteit sneller afgepakt kan worden.
Voor de N-VA is de verwerving van de nationaliteit het sluitstuk van een geslaagd migratie- en integratietraject. Blijkbaar kan het anderen een pak minder schelen dat eender wie de nationaliteit kan hebben, ook als zij onze democratische samenleving diep verachten.