In een podcast van Doorbraak Radio hekelde jihadexpert Pieter van Ostaeyen de felle reactie van de Franse president Macron op de recente islamistische aanslagen in zijn land. De reactie van de Franse president zou worden opgevat als een ‘oorlog tegen de islam’, zo vond hij. Macrons uitspraken en initiatieven hadden de gemoederen alleen maar opgehitst, zo viel te horen.
Vorige week, na de aanslagen in Wenen, suggereerde een journalist van De Standaard op Twitter nog om terroristische feiten minder aandacht te geven. De media-aandacht voor de recente terreurdaden waren volgens hem ‘disproportioneel en op korte termijn disruptief voor de samenleving’.
Déjà vu
Wellicht ontspruit er bij u ook een lichtelijk gevoel van déjà vu. De kritiek komt u wellicht bekend voor. Het is dezelfde kritiek die weerklonk na de aanslagen van 9/11 toen de Amerikaanse president Bush de ‘War on Terror’ opende. ‘You’re either with us, or you are with the terrorists’, klonk het toen. Een statement dat door menig moreel verheven charlatan het label ‘polariserend’ opgespeld zou krijgen. Moeten we dan minder aandacht schenken aan terreur? Moeten we dan een rustiger discours hanteren?
Allesbehalve! Wellicht gaan de twee heren voorbij aan het feit dat er op klaarlichte dag een onschuldige man werd onthoofd. In Parijs, op een goede drieënhalf uur rijden van hier. Op beestachtige wijze werd een keukenmes in Samuel Paty’s nek geplant. Alleen maar omdat de man een Mohammedcartoon had getoond. Ze vergeten misschien dat de aanslagen in Wenen laffe aanvallen waren op onschuldige burgers. Dit zijn geen ‘faits divers’. De wereld is door Covid-19 erg veranderd, maar we leven hier nog steeds niet in de Far West.
De dag dat we zulke feiten zomaar aan onze neus voorbij laten gaan is de dag waarop de terroristen definitief hebben gewonnen.
Wij tegen zij
Elke aanslag is een aanval op het instituut Staat. Het is een fundamenteel verwerpen van waarden en normen. Het is een aanval op onze westerse cultuur. Hoe kan je dan anders dan fel reageren? De linkerzijde van het politieke spectrum, waartoe sinds kort ook Open Vld behoort, roept dan dat we niet mogen polariseren. ‘Foei N-VA. Het mag geen verhaal worden van wij tegen zij,’ horen we dan.
Wij zeggen dan resoluut: jawel, dit is een wij-zijverhaal. Het is wij, iedereen die de waarden van onze westerse samenleving onderschrijft, tegen zij, die ons samenlevingsmodel bevechten.
‘Maak hier toch geen strijd van tegen de islam’, wordt er dan geraaskald vanop de parlementaire bühne. Zulke opmerkingen getuigen van een totaal gebrek aan het basisinzicht en dossierkennis. Natuurlijk moeten we de islam als godsdienst niet bevechten, maar wel het islamisme. De politieke islam die alle andersdenkenden wil onderwerpen en de sharia als wet wil invoeren.
Onze democratie ligt onder vuur. De coronapandemie drijft elke institutionele structuur tot het uiterste. Onze democratische staatsstructuur wordt op de proef gesteld. Corona heeft het huis in brand gezet, maar ook zijn fundamenten wankelen. Extremisten hebben dat door en grijpen deze crisis aan als een kans om zich te versterken. Binnen radicaal-islamistische milieus wordt corona gezien als een straf van Allah tegen de ongelovigen. Dat beeld wordt duchtig gebruikt om nieuwe zieltjes te winnen. In jihadistische chatgroepen op het internet is het de laatste tijd bovendien weer bijzonder onstuimig. Maar ook in het verre buitenland beweegt er één en ander: vluchtelingenkampen ontpoppen zich tot mini-kalifaten en IS wint terug aan militaire kracht, vooral dan in Afrika.
Harde aanpak
Een harde aanpak à la Macron dringt zich op. Stoot je extremisten dan tegen de borst? Natuurlijk, maar is dat niet juist de bedoeling? Is het niet juist de bedoeling de kanker van het radicale islamisme vakkundig weg te snijden?
Maak van de strijd tegen terreur toch geen wedstrijdje ‘om ter deugdelijkst’. Niet door polarisering maar door politieke correctheid wordt het debat vandaag verzuurd. Dit is geen jacht op een gemeenschap, maar een strijd tegen een verwerpelijke ideologie van haat en achterlijke praktijken.
Macron verdient alle lof voor zijn aanpak. We kunnen er in België nog van leren.
Federale diepvriezer
Ook in België is zo’n daad van moslimextremisme erg plausibel. Hoewel OCAD het dreigingsniveau nog niet heeft verhoogd, is de dreiging reëel. Dat wordt onder meer bevestigd door de TE-SAT-rapporten van Europol. Laten we bovendien niet vergeten dat, als het regent in Parijs, het druppelt in Molenbeek.
En wat doet de federale regering intussen? Bijzonder weinig. Het probleem wordt nog maar eens onder de mat geveegd. Tot het te laat is. Sterker nog: we repatriëren terroristen en laten in 2021 een zestigtal geradicaliseerden onbegeleid terug los op de samenleving nadat ze hun gevangenisstraf hebben uitgezeten.
De politiek steekt het probleem opnieuw in de diepvriezer. Tot er een nieuwe aanslag gepleegd wordt op Belgische bodem. Dan worden er weer handen gereikt over partijgrenzen heen. Dan weerklinkt er door de gangen van de Wetstraat: ‘Hadden we toen toch maar anders beslist.’